Wrok 1

Een treinvertraging heeft ook zo zijn charme. Er viel onderweg veel te ervaren. Een vroege internationale treinvanRoosendaal naar Antwerpen reed ‘doodleuk’ niet. Ik bleef rustig op zoek naar een alternatief. Ik verwonderde me over mezelf. Ik gaf me over, terwijl ik het belangrijk vond om ‘op tijd’ te komen. ‘Op tijd’ is ook maar een verzinselvande geest. Wel een dominant verzinsel, zeker hier in het Angelsaksische westen. Voor het eerstvanmijn leven ging ik ‘solliciteren’, hoewel het veel leek op een gesprek met Ale, HR managervanUnilever Research. Toen wilde ik zeker op tijd zijn en nu weer. Zodat Ale in Vlaardingen en Geert in Gent zouden weten dat ik een manvande klok ben. Envanafspraak=afspraak. Envan‘hoe is ja’. Maar ja, mijn cirkelvaninvloed is begrensd. Auto of trein maakt op reis niet veel uit.  Ik ging dus niet op tilt. Ik wilde toch ervaren hoe het was om op één dag op en neer te gaanvanuit Zutphen? Ik bleef ook kalm toen twee employésvande Nederlandse Spoorwegen indirect aangaven dat ze me niet konden/wilden helpen met mijn vragen . Ik ging ook niet op tilt toen de Vlaamse conductricevande stoptrein niet bereid leek om iets wat ik niet verstond of niet begreep, te herhalen of verduidelijken. Blijkbaar schrok ze zelfvanhaar korte lontje, want ze kwam voor vertrek nog een keer de coupé in om te vragen of ze mevandienst kon zijn. Ik zei wrokkigvanniet, terwijl informatie welkom was. Even later, ongeveer bij station Antwerpen-Luchtbal lag er een attent briefjevande conductrice. Op mijn stoel. Luchtbal?? Ja, zo heet een station waar ik normaal langs raas. Dat noem je toch niet zo?? Wel dus.  Het korte lontje had met de hand geschreven, hoe laat ik in Gent zou aankomen. Blijkbaar was mijn vraag logisch en ook wel duidelijk aangekomen. Maar ik was gekwetst. Wrokkig. Verdrietig ook. Dat voelde ik. Ik kon ook verwonderd blijven, positief, warm. Maar er was óók gekwetstheid. En mijn dominante maniervandoen is dan koppig. Zoietsvan‘hoeft al niet meer’. Ken ikvanvroeger. Soms was ik zo boos, dat ik  besloot om een paar dagen niets te zeggen. Wrok. Natuurlijk werkte dat in mijn eigen nadeel. Vooral omdat mijn ouders later zeiden dat ze dat nooit gemerkt hadden. Ik denk dat ik zó op de buitenwereld gericht was, dat een  wrokkig zwijgen eerder een gezonde balans was dan een wraakoefening. En wraakoefeningen slagen nooit. Denk ik.

Ik was op tijd, dankzij een lieve Vlaming. Ik wel! De sollicitatiecommissie niet. Maar dat terzijde. Ik was ‘opgeruimd’. Mezelf. Authentiek. Binnenkant=buitenkant. Ik hoop dat ze mijn kwaliteiten kunnen gebruiken. Dat is niet aan mij. Dat is aan de kosmos en aan de vertegenwoordigersvandie kosmos. In Gent. Hopelijk is er weinig kosmische ruis.

Adriaan
27 november 2011

Reacties